Vertaal
Vertalingen zich opsmukken NL>DE
zich opsmukken (ww.) sich ausschmucken (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `zich opsmukken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opsieren
NL: opsmukken
NL: tooien
NL: zich mooi maken